Ik ben vroeg
wakker. Slecht geslapen. Yvonne ligt te woelen. Niet gek na de klap van
gisteren. Alle energie gestoken in zo snel mogelijk weer volledig aan het werk
te zijn. Krijgt ze te horen: je doet het goed, maar we gaan toch zonder jou
verder. Het motto is bezuinigen. Het onderwijs is de beste werkgever. Hoor ik
vaak. Ik heb jaren in het onderwijs gewerkt. Ik constateer dat dat vooral
geroepen wordt door mensen die zelf niet werkzaam zijn in het onderwijs.
Vandaag werk ik op
kantoor in Utrecht. Af en toe heb ik contact met Yvonne. Ze zit er doorheen.
Gelukkig wordt ze via Twitter en E-mail bestookt met sterktewensen en hulp.
Als ik weer thuis
ben, vertelt Yvonne dat ze Guusje vandaag enorm heeft gemist. Na het avondeten
maken we samen een boswandeling met onze hond. We praten over werk en kinderen.
Het ontslag is een probleem uit de praktische wereld. Daar vinden we vast een
oplossing voor. Daar komen we heus wel overheen. In tegenstelling tot het
verlies van Guusje. Vorig jaar kwam ze op deze dag thuis uit het ziekenhuis. De
lente begon en ons kleine blonde meisje zou beter worden.
Yvonne en ik
ervaren dezelfde tegenstrijdige reacties over werken vanuit de maatschappij. Er
zijn mensen, en dat zijn er best veel, die zichzelf enorm tegenspreken. Ze
openen een gesprek met de opmerking dat ze bewondering hebben dat ik werk. Zo
snel al volledig aan de slag? Nog geen minuut later constateren ze dat werken
goed is voor mij. Dat het eigenlijk normaal is dat ik weer volledig werk. Dat
het me wel fijn veel afleiding zal geven.