Woensdag 21 maart 2012

Ik ben vroeg wakker. Slecht geslapen. Yvonne ligt te woelen. Niet gek na de klap van gisteren. Alle energie gestoken in zo snel mogelijk weer volledig aan het werk te zijn. Krijgt ze te horen: je doet het goed, maar we gaan toch zonder jou verder. Het motto is bezuinigen. Het onderwijs is de beste werkgever. Hoor ik vaak. Ik heb jaren in het onderwijs gewerkt. Ik constateer dat dat vooral geroepen wordt door mensen die zelf niet werkzaam zijn in het onderwijs.

Vandaag werk ik op kantoor in Utrecht. Af en toe heb ik contact met Yvonne. Ze zit er doorheen. Gelukkig wordt ze via Twitter en E-mail bestookt met sterktewensen en hulp.

Als ik weer thuis ben, vertelt Yvonne dat ze Guusje vandaag enorm heeft gemist. Na het avondeten maken we samen een boswandeling met onze hond. We praten over werk en kinderen. Het ontslag is een probleem uit de praktische wereld. Daar vinden we vast een oplossing voor. Daar komen we heus wel overheen. In tegenstelling tot het verlies van Guusje. Vorig jaar kwam ze op deze dag thuis uit het ziekenhuis. De lente begon en ons kleine blonde meisje zou beter worden.

Yvonne en ik ervaren dezelfde tegenstrijdige reacties over werken vanuit de maatschappij. Er zijn mensen, en dat zijn er best veel, die zichzelf enorm tegenspreken. Ze openen een gesprek met de opmerking dat ze bewondering hebben dat ik werk. Zo snel al volledig aan de slag? Nog geen minuut later constateren ze dat werken goed is voor mij. Dat het eigenlijk normaal is dat ik weer volledig werk. Dat het me wel fijn veel afleiding zal geven.