Ons verblijf op
vakantiepark ’t Loo is een cadeautje van Landal. Leuk vermaak voor de kinderen.
Loes en Anton genieten.
Ik ontvang een sms.
Verpleegkundige Marinka wil een kopje thee komen drinken. Ze is in Tilburg. Ik
bel haar. We zijn niet thuis. Ik vind het jammer. Had haar graag weer eens
willen ontmoeten. Bij Marinka voelde Guusje zich thuis. Nooit zal ik vergeten
hoe ze Guusje troostte. De hele nacht. Warmte en liefde.
Eindelijk tijd om een boek
te lezen. Mijn keuze is gevallen op ‘Ze zeggen dat het overgaat’. Een tip van
Hellen Tonglet. Zij helpt Anton bij het omgaan met het verlies van zijn zus. ‘Ze
zeggen dat het overgaat’ rekent af met de mythe dat rouw tijdelijk is. Er is
geen rouwperiode met een eindpunt. Je bent niet tijdelijk uit je doen en je
pikt de draad weer op. Het wordt gewoon nooit meer zoals het was. Ons leven is
voor altijd anders. Guusjes dood is deel van dat andere leven.
Yvonne schrikt van een sms
vanaf het zwembad. Hans is zijn kettinkje kwijt. Hoe kan dit nu? Verloren?
Gestolen? Draagt straks een onbekende het hartje met Guusje as. Dat mag niet
gebeuren. Yvonne en ik trekken onze jassen aan. We lopen mopperend richting
zwembad. Lisa, Anton en Loes komen ons tegemoet. Even later Hans. Hij pakt met
zijn hand naar zijn hals. Gevonden! Het kettinkje zat in zijn andere broekzak.
Wat een opluchting. Hans is geschrokken. Terwijl we teruglopen, pak ik de hand
van Yvonne. Tranen. Yvonne zegt: ‘Ik moet er niet aan denken. Ik zie Guusje
toch al de hele tijd rondspringen.’
’s Avonds eten we in het
restaurant. Er is een buffet. We hebben plezier. Heerlijk dat we kunnen lachen.
Genieten van het leven. Het gaat niet vanzelf. Het gemis blijft. Fijn dat het
nooit overgaat. Stel je voor dat ik Guusje vergeet. Moet er niet aan denken. Ik
pak mijn kettinkje en kus het hartje.