Ik denk vaak aan deze week
een jaar geleden. Waarom zo vaak? Dat vraag ik me af. Het antwoord komt van
Marleen, moeder van Pieter. Ook zij beleefde vorig jaar haar eerste week in de
wereld van kinderen met kanker. De gebeurtenissen overvielen haar zo dat ze er
nu wel stil bij moet staan.
Een jaar geleden lag
Guusje op de intensive care. Aan de beademing. Yvonne en ik mochten niet
blijven slapen. Bij binnenkomst op de intensive care was Guusje wakker. Ze kon
niet praten. Ze schreef letters in de lucht. Later kwam de verpleegkundige met
een letterbord. Guusje wees letters aan. Waar ben ik? Wat is er gebeurd? Waar
waren jullie?
Het overviel ons: kanker of misschien toch niet, intensive care, beademing, praten via een letterbord. Nooit eerder meegemaakt. Ons eigen kind. Onze Guusje.
Na de lunch gaan we naar
Waalwijk. Hans, Anton en Loes gaan mee. Ze hebben nieuwe kleren nodig. Jongens
zijn makkelijk en snel. Bij de kassa twee oud-leerlingen. Hoe gaat het met u?
Wat zeg ik dan? Dat het zusje van onze kinderen, die erbij staan, in oktober
overleden is aan kanker. Ik zie de schrik bij de vraagstelster. Ik praat door.
Ze geeft aan toch wel iets gehoord te hebben over KanjerGuusje.
Thuis haal ik nog enkele
boodschappen met Loes. We kopen samen een groot paasei voor mama. De dame in de
bakkerswinkel spreekt over een traditie. Ik koop inderdaad elk jaar een paasei
voor Yvonne. Toch ook vorig jaar, maar hoe had ik dat dan geregeld? Geen idee.
Ik kan het me niet meer herinneren. Hoe hard ik ook nadenk. Ik weet het niet.
Het kopen van een paasei is nooit een traumatische gebeurtenis.
’s Avonds hebben we een
feest van een vriend. Goed eten en live muziek door de jarige zelf. Gezellig. Maar
anders dan vroeger. Gezellig zonder Guusje.