Terwijl ik mijn
lijst afwerk, is ook Yvonne druk. Vandaag gaan er weer zes enveloppen de deur
uit met folders. Fijn dat mensen mee willen werken om KanjerGuusje onder de
aandacht te brengen.
Elke dag ontvang
ik reacties. Vandaag bijvoorbeeld over mannen en rouw. Hierover heb ik de
afgelopen dagen geschreven. Sommige mensen denken dat ik het goed vind dat
mannen weinig praten. Veel mannen willen hun verdriet niet delen. Ze lossen
problemen zelf op. Hebben geen hulp nodig. Dat beschouwen ze als een teken van
zwakte. Hierdoor raken ze in een isolement. Ze ogen sterk voor de buitenwereld maar
ervaren eenzaamheid. Laat ik duidelijk zijn: daar ben ik geen voorstander van.
Voor mij geen isolement. Geen eenzaamheid. Ik mis Guusje en dat mag de hele
wereld weten. Ik deel mijn verdriet. Geen stoere sterke vader. Een papa met
liefde voor zijn kinderen en dat mag iedereen weten.
’s Avonds bereid
ik een lezing voor. Morgenavond spreken voor de vrijwilligers van het Ronald
McDonald Huis in Utrecht. Ik lees in mijn boek. De eerste dagen in het Emma
Kinderziekenhuis. Beelden van vorig jaar komen voorbij. De gebeurtenissen
overvielen ons. Stel dat er geen Ronald McDonald Huis was. Dan waren we 24 uur
per dag opgesloten geweest in Guusjes kamer. Het Huis gaf ons ruimte. Dat wordt
het thema van mijn lezing.