Ik lig nog in bed.
Ik luister. Het regent pijpestelen. Ik denk aan Anton. Hij is op schoolkamp. De
hele dag binnenblijven. Je moet er niet aan denken. Harde regen betekent vaak
file. Eerst maar thuiswerken. Later vertrek richting Utrecht.
In de auto
telefoongesprekken en radio. Ik verlang naar rust. De CD met muziek van de
uitvaart biedt uitkomst. Ik luister er graag naar. In gedachten ons kleine
blonde meisje.
Aan het eind van
de middag haal ik Janneke op bij school. Dag 2 van haar eindexamen zit erop. Ze
stapt in. Nooit meer Management & Organisatie. Het einde van de middelbare
school komt dichterbij. We praten over haar examens. Ze houdt een slag om de
arm over haar kansen op succes. Ze werkt hard. Ook als ze het niet haalt, ben
ik trots op haar.
Tijdens het
avondeten worden de kansen besproken over het succesvol afsluiten van het
schooljaar. Ik ging er altijd vanuit dat onze kinderen nooit zouden doubleren.
De situatie is veranderd door Guusjes dood. Welzijn boven prestaties. Zeker nu.
De kunst van doorgaan zonder Guusje. Ieder doet het op zijn of haar manier. De
overeenkomst: we nemen Guusje allemaal mee, de hele dag in onze gedachten.