Weer thuis zeg ik dat het
vandaag echt vakantie moet zijn. De afgelopen twee dagen niet het gevoel gehad
van vrij zijn. Yvonne heeft een nieuwe jas nodig en ik ook. Eigenlijk heb ik
geen zin in kleding kopen. Toch laat ik me overhalen. We vertrekken naar
Tilburg. Loes gaat mee. We lopen door de kledingwinkels. Ik merk dat Yvonne
niet kan vinden wat ze zoekt. Inspiratieloos lopen we door de winkelstraat.
Vorige week kreeg ik het
boek ‘Beter’ van Maarten van der Weijden. Ik kwam toen niet verder dan de
eerste paar bladzijden. Het is mooi weer. De zon schijnt. Kussen in de
tuinstoel. Boek erbij en verder lezen. Het verhaal van Maarten geeft inzicht. Ik
had altijd graag mijn lot in eigen hand. Bij mij ging dat ver. Ik vond dat je
verantwoordelijk was voor je eigen welzijn. Enkele jaren geleden kondigde mijn
werkgever een ontslaggolf aan. Waarom afwachten in onzekerheid? Geen denken
aan. Ik ging meteen op zoek naar ander werk. Vrij snel had ik een andere baan.
Nooit afwachten. Zelf het initiatief nemen. Mijn leven is van mij. Dat was mijn
drijfveer.
Toen Guusje kanker bleek
te hebben, moest ik mijn instelling veranderen. Zelf verantwoordelijk zijn voor
je eigen succes. Zo werkt het dus niet bij kanker. Je bent als patiënt niet
verantwoordelijk voor je eigen genezing. Het idee dat we het verloop van de
ziekte kunnen beïnvloeden. Door sterk te zijn. Door te vechten. Door te
sporten. Door positief te blijven. Het zijn schijnzekerheden waar we graag in
willen geloven.
Bij kanker is het een
kwestie van geluk. Dat beangstigt. De mens wil van nature invloed uit kunnen
oefenen. Dat kan bij studie, werk of sport. Niet bij kanker. Het verloop van de
ziekte kun je niet beïnvloeden. Ik denk aan Guusje. Ze was sterk. Ze wilde
leven. Bleef positief. De kanker was te destructief. Te groot voor haar. Ze had
gewoon pech.