Persoonlijke
boodschappen vond ik het mooist. Dat begon met het noemen van haar naam:
Guusje. Persoonlijk werd een bericht door te schrijven over haar karakter. Over
haar kwaliteiten. Over bijzondere herinneringen. Ook humor waardeerde ik. Ik
hield ervan als mensen concreet waren. De boodschap moet uit het hart komen.
Daar gaat het om. Ook ik heb sinds Guusjes overlijden condoleancekaartjes
geschreven voor andere overledenen. Vond ik soms moeilijk. Achteraf constateer
ik dat ik te mooi wilde schrijven. Te veel mijn best doen. Schrijf gewoon
op wat spontaan in je opkomt. Alsof je de persoon op straat tegenkomt. Denk
niet te lang na. Dan ga je blokkeren.
’s Middags spreek
ik voor klanten tijdens een event op kantoor. Het onderwerp is geautomatiseerde
controles. Heel anders dan kanker en rouw. De klanten zijn enthousiast. Het
verzorgen van presentaties gaat me goed af.
Aan het einde is
er een borrel. Ik vertrek snel naar huis. Vanavond musical met Anton. Onderweg
bel ik met Heleen Klop. Zij is auteur van ‘Thijs het boek’. Haar zoon Thijs had
een stofwisselingsziekte en is overleden. We spreken beiden op de Nationale Werkconferentie van de KinderThuisZorg. We herkennen veel in elkaars verhaal en komen niet uitgepraat. Ons gesprek begint in Utrecht. Ik breek het af, als
ik mijn auto voor onze deur in Kaatsheuvel parkeer.
Snel naar binnen.
Snelle hap. Door naar de musical van groep 8. We hebben een plaats vooraan in
de zaal. Same met onze kinderen. Anton staat op het podium. Toneelspelen is
niet zijn hobby. Hij doet wel zijn best. Bij het applaus zie ik dat hij
straalt. Daarna feestavond op school. We lopen door de voordeur naar binnen. In
de hal zie ik Guusje. Ik groet haar in gedachten. Ik denk aan een mooie reactie. Deze stond
gisteren op mijn blog:
Zulk verdriet verwerk je niet
Je kunt het hooguit dragen