Yvonne heeft last van een
afgebroken kroon. Ze gaat naar haar tandarts. Ik breng onze jongste kinderen
naar school. Daarna aan het werk. Als Yvonne weer thuis is, maakt ze een
afspraak met een kaakchirurg. De tandarts kan het niet repareren. Afgebroken
bij de wortel.
De moeder van Yvonne heeft
borstkanker. Ze wordt vandaag geopereerd. We hopen dat het meevalt. Ik vind dat
vreemd klinken: meevallen. Het is toch kanker.
Ik kan goed doorwerken. Ik
pauzeer even om boeken af te leveren bij de Bruna in ons dorp. Ondernemer Frank
bevestigt dat de verkoop van KanjerGuusje nog steeds aardig doorloopt.
Natuurlijk niet zo spectaculair als in het begin, maar er gaan nog steeds
exemplaren over de toonbank. Dat is goed voor Stichting KanjerGuusje. Het betekent
ook dat steeds meer mensen kennismaken met de wereld van kinderen met kanker.
Ik ga op de bank zitten.
Kop koffie erbij. Even ontspannen. Geen tv. Geen internet. Niets. Ik staar voor
me uit. Ineens valt mijn oog op het digitale fotolijstje. Er komen foto’s met
Guusje voorbij. Ik zie groepsfoto’s met zes kinderen. Die worden nooit meer
gemaakt. Nooit meer compleet.
Toen Guusje leefde, had ik
dromen. Was ik altijd met de toekomst bezig. Bewandelde ik bewust steeds nieuwe
wegen. Sinds haar dood ben ik zoekende. Vorige week las ik het volgende
gedicht van Guillaume van der Stighelen:
Nieuwe dromen
Waar haal je nieuwe dromen
Als je oude niet meer uit gaan komen
Uit gaan komen?
Alle plannen
Ik heb niets meer omhanden
Want jij bent er niet meer bij
Ze zijn verbannen
Alle dingen
Plaatsen waar we samen gingen
Door hoeveel moois zouden wij ons nog
Laten omringen?
Laat me hopen
Dat ik om een droom kan lopen
Naar de winkel waar
Ze nieuwe hoop verkopen
Nieuwe dromen
Waar haal je nieuwe dromen?
Na het avondeten naar de
moeder van Yvonne. Ze is thuis na de operatie. Ze heeft praatjes. Die heeft ze
sowieso altijd. Een teken dat het goed lijkt te gaan.
Het Moller is de
middelbare school van onze drie oudste kinderen. Deze bestaat 95 jaar. Vandaag
hadden Hans en Lisa leuke activiteiten. Ze kwamen enthousiast thuis. Vanavond
is er feest op school. Hans gaat fietsen. Komt met vrienden terug naar huis.
Lisa fiets ook. Ze blijft slapen bij een vriendin. Janneke breng ik weg met de
auto. Ik ben weer papataxi. Als we naar school rijden, vraagt Janneke: ‘Zal ik
je sms’en, als je me mag halen?’ Ik zeg: ‘Dat is goed. Sms maar, als ik je MAG
halen.’