Maandag 27 augustus 2012

Ik werk op kantoor in Utrecht. Het is kwart over 4. Yvonne stuurt een sms. Ze vraagt of ik de ouderavond van Anton niet wil vergeten. Ik sta net op het punt om naar huis te gaan.

In de loop van de dag zijn er reacties binnengekomen op mijn blogbericht van gisteren. Zouden mensen denken dat ik niet meer bij mijn ouders kom? Dan ben ik niet duidelijk geweest. Ik kom nog steeds bij mijn ouders, maar wel minder vaak dan vroeger.

Ik weet dat mijn vader en moeder dubbel verdriet hebben. Om hun zoon, die zijn dochter verliest, en om hun kleindochter. Toch kun je niet stellen dat zij meer verdriet hebben dan ik. Waarom niet?
Liefde kun je niet meten. Ieder mens geeft op zijn eigen manier om anderen. ‘Houden van’ is een abstract begrip. Een gevoel. Anders voor ieder mens. Persoonlijk.
Rouw is de keerzijde van liefde. Je kunt niet stellen dat het verdriet van de een groter is dan van de ander. Leed is niet te meten.

Na het avondeten laat ik de hond uit. Als ik thuiskom, meldt Yvonne dat de wc in de badkamer stuk is. Ze belt onze vriend René. Misschien dat hij de wc kan repareren. Het is bijna 7 uur. De ouderavond begint zo. Wat nu? Yvonne heeft twee rechterhanden. Ik twee linkerhanden. Zij blijft thuis. Ik ga naar school.

Weer thuis is de wc gerepareerd. Op de bank zit Fabiënne. Zij werkt deze week op camping Duinlust. Een vakantiebaantje. Ze is vrijwilligster bij het kinderkamp van de VOKK. Daarvan kennen wij haar. Ik heb Fabiënne uitgenodigd voor een kopje koffie. Het wordt een fijne avond met openhartige gesprekken. We delen verdriet. Fabiënne verloor haar tweelingzus Denise aan kanker. Daarnaast enkele jaren later haar vader. Ze heeft een weblog. Daarop schrijft ze dat ze leeft met groot gemis en groot verdriet. Maar tegelijkertijd geniet ze van het leven. Ze neemt iedere dag met grote armen in ontvangst, want ze heeft helaas geleerd dat het ineens voorbij kan zijn.