Donderdag 27 september 2012

Eerst bel ik naar de middelbare school. Daarna naar de basisschool. Ik meld Lisa en Loes ziek. Ze blijven thuis bij Yvonne. Drie mensen geveld door het griepvirus. Ik vertrek naar kantoor. In de auto een zogenaamde conference call. Een telefonische vergadering met een grote groep collega’s over een dossier waaraan we werken. Ik heb het druk en ben bezig om meerdere ballen tegelijk in de lucht te houden. Ik werk sinds kort in deeltijd. Toch wordt dit een voltijdweek. Met mijn manager spreek ik af om de extra dag volgende week te compenseren.

Als ik aan het eind van de middag thuiskom, zie ik dat Yvonne aan het opknappen is. Helaas is het aantal griepslachtoffers onveranderd. Anton ligt met een deken op de bank. Ik hoop dat hij morgen beter is, want dan gaan we naar een optreden van Guus Meeuwis. Ik weet dat hij daar erg naar uitkijkt.

Twee weken geleden gaven Yvonne en ik een interview aan MariĆ«tte. Zij schrijft voor een maandblad. Hierin  verschijnt het verhaal in november. In mijn mailbox een mail met de vraag of Yvonne en ik het uitgewerkte interview willen beoordelen. Na het avondeten zet Yvonne koffie. Samen lezen we het interview. Veel informatie die niet in het boek of op het blog terug is te vinden. Na het lezen voel ik vochtige ogen.

Vanavond ga ik naar een lezing van Daan Westerink in Beuningen. Deze wordt georganiseerd door Yarden Vereniging. Yvonne besluit thuis te blijven. Ze is aan de beterende hand, maar nog niet fit. Rond half 8 arriveer ik op de plaats van bestemming: een crematorium. Aan parkeerplaatsen geen gebrek.

Binnen word ik door Daan hartelijk begroet. We hebben elkaar eerder ontmoet. Enkele maanden terug. Daan heeft me toen verteld over de dood van haar ouders. De overeenkomst tussen Daan en mij is het vuur dat in ons is aangewakkerd na het verlies.

Tijdens de lezing herken ik veel in de verhalen die Daan vertelt. Zo gaat ze in op een probleem waar veel rouwenden mee worden geconfronteerd: het invullen van gevoelens door anderen. Een voorbeeld hiervan is een moeder die op het schoolplein tegen Yvonne zegt dat het zo te zien beter gaat, want er zijn geen tranen te zien. Alleen al het woord ‘beter’. Alsof het een griepje is dat voorbij gaat. Veel mensen hebben de neiging om voor anderen in te vullen hoe ze zich voelen. Ze beseffen niet dat verdriet niet altijd zichtbaar is, aan de buitenkant. Lowie met zijn vrolijke blik is er zo te zien al wel overheen. Zo werkt het dus niet. Mijn verdriet is groot, maar ik ga niet de hele dag huilen. Dan zou het leven te ondraaglijk zwaar worden.

Als ik thuiskom, ligt Yvonne op de bank. Ze kijkt een detective. De laatste minuten. Ik loop naar boven. Pak KanjerGuusje uit de kast. Wat gebeurde er vorig jaar op 27september? We leefden in de wereld van kinderen met kanker. En alles draaide om hoop. Die hadden we toen nog.