Loes logeert bij haar
nichtjes. Yvonne en ik halen haar op. Als we onze auto parkeren, zie ik in de
achteruitkijkspiegel Loes aan komen rijden. Ze zit op een skelter. Omringd door
haar nichtjes. Ze hebben plezier. Ik mis Guusje. Zie haar in mijn gedachten
vrolijk meedoen.
Aan het begin van de
middag rijden we naar Waalwijk. De Tennismarathon voor KanjerGuusje is om 2 uur
afgelopen. Dan is er vierentwinting uur lang gesport voor het goede doel. Het
is gezellig druk. Enkele maanden geleden werd het bestuur van KanjerGuusje
benaderd. Tennisvereniging RCW ontvouwde haar plannen voor een heuse
Tennismarathon. Ze wilden hiermee een megabedrag ophalen. Uit gesprekken weet
ik dat een grote groep vrijwilligers zich belangeloos heeft ingezet.
De harde kern van de organisatie bestaat uit drie dames. Ik wil ze graag elk een boek schenken met een persoonlijk voorwoord. Er zijn ook boeken verkocht, maar ik kan de doos met onverkochte exemplaren niet vinden. Misschien weten de dames waar deze is? Ik loop in hun richting. Zij zijn net klaar met tellen. Beter kan ik even niets gaan vragen. Ik zie drie geĆ«motioneerde dames zitten die elkaar een ‘high five’ geven.
De bekendmaking van het
bedrag is een bijzonder moment. Het bedrag wordt op een grote cheque geschreven
van achteren naar voren: 7…8…2…6…1. Er is in totaal een bedrag van 16.287 euro
opgehaald. Blijdschap en tranen. Dit geld zal gebruikt worden voor de
herinrichting van een kamer in het Emma Kinderziekenhuis waar kinderen enkele
dagen helemaal alleen verblijven. Ze leven dan gescheiden van iedereen, ook van
hun ouders, omdat ze door behandelingen radioactief besmet zijn.
Gelukkig voelt Yvonne zich
vandaag beter dan gisteren. Toch is het een moeilijke dag. Een jaar geleden
werd de foto gemaakt die op de voorkant van het boek staat. De roze pet. De
ogen die je altijd aankijken. Gemaakt op haar manier. Elke dag kijken we een
jaar terug en zien dat de pijn haar steeds meer parten speelt.