Een dag op kantoor. Ik
zoek een rustige plaats om te werken, zodat ik weinig word gestoord. Toch wordt
het ook vandaag weer laat. Als ik thuis ben, eet ik alleen. Yvonne gaat Loes
ophalen bij tekenles. Ik vraag of ze even kan wachten, dan is mijn eten op en
rijd ik even mee.
Bij tekenles lopen we naar
binnen. Loes laat trots haar ingekleurde tekening zien. Sterren en raketten. In
beide zitten mensen.
‘Wie zijn die sterren?’
‘Dit is Guusje.’
‘En wie zij die andere
sterren?’
‘Er zijn meer mensen dood,
papa.’
‘En ben jij er ook?’
‘Hieronder in die raket.’
Er is een bestelling voor
twee gesigneerde exemplaren van het boek KanjerGuusje. Ik heb inmiddels geleerd
om te factureren vanuit het boekhoudprogramma. Helaas is de lay-out nog niet correct.
Ik probeer deze aan te passen. Ik ben vrij handig op het gebied van
automatisering, maar het programma is niet gebruiksvriendelijk.
Terwijl ik hiermee bezig
ben, staat Loes ineens naast me. Ik vraag wat er aan de hand is, hoewel ik al
een vermoeden heb. Ze mist Guusje. Zal ik dan maar een hoofdstuk voorlezen uit
Raveleijn? Even later zitten we samen in het grote bed.