De kinderen vroeg naar
school. Daar houd ik van. Zeker als ik thuis werk. Onze jongens zijn het eerste
lesuur vrij. Janneke de hele ochtend. Ik wil zo snel mogelijk alles opgeruimd
hebben. Dan kan ik aan het werk. Zo schiet het niet op.
Op woensdagmiddag is Loes
vrij. Vaak gaat ze bij een vriendin spelen. Deze middag gaat Loes eerst bij haar
vriendin Maaike eten. Later worden de meisjes bij mij afgezet. De moeder van
Maaike gaat werken. Ik neem de meisjes voor twee uurtjes mee naar de Efteling.
Ook Maaike heeft een abonnement.
Het is gezellig met Loes
en Maaike. Na achtbaan en schipschommel trakteer ik op warme chocomelk. Ik heb
ook zin in een portie bitterballen. Dit vinden de meiden een vreemde
combinatie. Terwijl ze genieten van de bitterballen, concluderen ze dat het
toch wel een lekkere combinatie is.
Loes en Maaike kunnen geen
genoeg van de Efteling krijgen. Als ik zeg dat we naar huis gaan, noemen ze een
verlanglijstje van attracties op. Jammer dames. Een volgende keer. Bij de
uitgang van de Efteling hangen posters met ruggen van boeken. Daarop staan
namen. Ook hele bekende.
Het was een mooie middag. Genieten ‘na Guusje’. Het is niet anders. Thuis vind ik een kaartje in de brievenbus. Een tekst van Youp van ’t Hek. Ik voel mooie woorden.
Nu je weg bent mag ik toch wel dromen
Ik doe net of je er nog bent
Ik zie je in gedachten binnenkomen
En er komt opeens weer leven in de tent