Vrijdag 12 oktober 2012

Yvonne en ik zijn beiden thuis. We praten over onze kinderen. Langzaamaan laten we hen los. Een natuurlijk proces. Ik heb het idee dat het loslaten door Guusjes dood wordt versneld. Dat we verder af zijn komen te staan van onze kinderen. We tellen af richting sterfdag. Nog achttien dagen. Ouders willen hun kinderen beschermen. Maar ook andersom. Kinderen die zien dat hun ouders verdriet hebben, willen hun ouders vooral niet tot last zijn. Deze kinderen houden hun verdriet bij zich.

Ik denk dat onze kinderen het niet makkelijk hebben. Ik lees in het boek over deze dag een jaar geleden. We staan midden in het leven. Guusje wordt naar school gebracht. Ze blijft daar bijna de hele ochtend. ’s Middags bezoeken we een signeersessie van Paul van Loon. Guusje en Anton genieten zichtbaar. Aan het begin van de nacht zit ik met Guusje beneden. Ze kan niet slapen. We kijken samen naar filmpjes van The Wizarding World of Harry Potter. We zien hoe je in de winkel van Ollivander een eigen toverstok kunt kopen. Guusje zegt dat ze dit wil gaan doen. De toverstok wordt de kroon op haar wensreis. We zijn volop bezig met leven en nog geen drie weken later sterft ze. Plotseling zijn we haar kwijt. Ineens nemen ook de levens van onze andere kinderen een wending. Als het hun zus overkomt, kan het ook hen overkomen. De dood is ineens heel dichtbij.

’s Middags gaat Yvonne met Loes naar rouwtherapeute Hellen. Er worden afspraken gemaakt voor de komende weken. Ik ben de hele dag druk. Veel e-mails en post. Ook vandaag weer een boek signeren en voorzien van een persoonlijke boodschap voor de ontvanger.

We eten tijdig, want vanavond vieren we het kinderfeestje van Loes. Ze viert haar verjaardag samen met Maaike, een klasgenootje. De jonge dames hebben vijftien kinderen uitgenodigd. Toch is het een relaxed feestje. Als je kiest voor het zwembad, heb je er geen kind aan.

Het is 10 uur als ik met een groepje kinderen in mijn auto richting Kaatsheuvel rijd. Op de radio zingt Guus Meeuwis het lied ‘Hoe ik lopen moet’. Het valt me op dat delen uit de tekst horen bij mijn gevoel voor onze kinderen.

Met mijn ogen zag ik beelden
Die te erg voor woorden waren
En ik zou er veel voor geven
Om ze de jouwe te besparen
Maar ik zou gewoon niet weten
Hoe ik dat bereiken kan
Ik ben zelf nog maar een jongen
Ook al lijk ik al een man

Misschien ben ik te klein
Om jou groot te kunnen brengen
Want ik ken jouw angst en twijfel zelf zo goed
En hoe moet ik jou nou leren
Wat de beste weg naar huis is
Als ik zelfs niet eens weet hoe ik lopen moet

Alles wat ik zeker weet is dat ik van je hou
En dat ik door het vuur zal gaan voor jou
Ik hoop dat dat genoeg is, want veel meer kan ik niet geven
Dan hele diepe liefde
Alles voor jou