Op Twitter komen berichten
voorbij over ruiten krabben, mist en files. Ik besluit zo lang mogelijk thuis
te werken. Om 11 uur stap ik in de auto. Ik heb afspraken op kantoor. Onderweg
voer ik telefoongesprekken. Onder andere met Godelieve. Zij organiseert op
woensdag 27 maart een avond in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg. Het is
thema is ‘Zij maakten het verschil’. Hoe zorgverleners voor patiĆ«nten en
familieleden een baken van licht kunnen zijn in donkere tijden. Menslievende
zorg. Ik ga vertellen over mijn ervaringen. We spreken af dat het een
interactieve avond gaat worden. Ook voor mensen buiten de zorg.
Halverwege de middag rijd
ik naar UniC. Dit is een middelbare school in Utrecht. Op 10 september was ik
ook op deze school. Ik heb toen verteld over Guusje. De ziekteperiode en de
rouw na het overlijden. De leerlingen van het eerste jaar hebben acties gevoerd
voor KanjerGuusje. Ik mag een cheque in ontvangst nemen van meer dan 2300 euro.
Ik geniet van het enthousiasme van deze jonge mensen.
Docente Petra is de drijvende kracht achter de acties. Bij het afscheid nodig ik haar uit om naar een lezing te komen. Ze zegt graag te willen komen, maar ze is niet verzekerd bij Yarden. Dan realiseer ik me dat misschien meer mensen zo denken. Dit is een misverstand. Bij een openbare lezing is iedereen welkom. Dus ook bij de avonden die worden georganiseerd door Yarden Vereniging.
Ik verzet vandaag veel
werk. Ik kan zelfs stellen dat concentreren steeds beter gaat. Alleen bij het
volgen van trainingen op mijn laptop ben ik snel afgeleid. Heeft dat te maken
met rouw? Ik vraag het me af. Ik denk vaak aan Guusje. Dat klopt. Maar ik was
altijd al snel afgeleid.
Om half 8 parkeer ik bij
MET Praktijkonderwijs in Waalwijk. Hier mag ik morgenochtend aan leerlingen
vertellen over KanjerGuusje. Vanavond spreek ik voor ouders. De
adjunct-directeur dringt er bij mij op aan om zeker niet langer dan een
kwartier te spreken. Dat benadrukt hij slechts tweemaal.
Voor mijn gevoel maak ik
vaart. Toch spreek ik vijfentwintig minuten. De adjunct-directeur komt na
afloop naar me toe. Hij zegt dat hij me de extra tien minuten spreektijd
vergeeft. De ouders verdwijnen naar lokalen voor deelname aan workshops. De
adjunct-directeur blijft achter. Samen met moeders van de oudervereniging.
We raken in gesprek. Er
wordt openhartig gesproken over kanker. Het valt me op dat bij velen de
ergernis ten opzichte van de omgeving groot is. Deze weet vaak niet te reageren
op kankerpatiƫnten en kiest ervoor om daarom maar net te doen alsof er niets
aan de hand is. Ik denk dat de reden vaak schaamte is. De angst om verkeerd te
reageren. Daarom kiest men voor zwijgen. En dat is pas verkeerd.