Met mijn Nederlandse collega Wouter zit ik aan het ontbijt.
We spreken over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Veel Europeanen zijn blij
met de herverkiezing van Obama. Een Engelse collega, die in hetzelfde hotel
overnacht, komt naast me zitten. Hij vraagt wat ik van Angela Merkel vind. Ik
vind het een vreemde vraag. Denk na over een antwoord. Dan realiseer ik me
waarom hij deze vraag stelt. Hij denkt dat ik een Duitser ben.
Zouden veel Nederlanders een mening hebben over Merkel? Ik
betwijfel het. Ik had wel een mening over haar. In het verleden. Toen ik de
kranten nog spelde. Zeker als het over politiek ging. Het is een van de grote
veranderingen die zich hebben voltrokken door Guusjes ziekte en overlijden.
Het is 11 uur Nederlandse tijd als we van tafel gaan. Als ik
eindelijk op mijn hotelkamer aankom, kijk ik naar twee boeken. Die had ik
meegenomen om te lezen. ’s Avonds ontspannen. Daar komt helaas niets van
terecht.