Zondag 6 mei 2012

Ik loop door de bossen. Samen met Balou. Denk na. Wat ga ik vanmiddag zeggen? Wat wordt mijn boodschap? Ik ga spreken bij de Karpendonkse Hoeve. Een inzamelingsevenement voor Alpe d’HuZes. Thuis ga ik aan mijn bureau zitten. Ik wil een koppeling leggen tussen fietsers en kanjers. Terwijl ik schrijf, voel ik dat de tranen hoog zitten. Mijn gedachten zijn weer bij 5 mei 2011. De dag van de grote operatie bij Guusje. De gebeurtenissen van die dag zitten diep in mij. Dieper dan ik dacht.

Als we ’s middags bij de Karpendonkse Hoeve arriveren, zie ik de invloed van het slechte weer. Ik zou spreken op het buitenpodium, maar het is te koud. Daarom is mijn lezing binnen. Ik ben de eerste van een reeks sprekers. Ik vertel over de impact van kanker. Op het kind en het gezin. Aan het eind van mijn verhaal leg ik een link naar Alpe d’Huzes. Ik lees voor uit mijn boek. De dag van Alpe d’HuZes in 2011. Ik vertel hoe onze vriend Jörn drie jaar geleden moeite had om boven te komen. Vorig jaar nam hij Guusje als finish in gedachten. Hij vloog vijf keer naar de top. Hij overtrof zichzelf. Neem een kanjer mee in je gedachten en je bent sterker dan je denkt.

Ik signeer een aantal boeken. Daarnaast is er een dame die heeft getwijfeld of ze het boek gaat kopen. Ze besluit het toch te doen. Voor haar ouders. De dame verloor haar zus toen ze 12 was. Meer dan dertig jaar geleden. Ze schiet regelmatig vol tijdens ons gesprek. Ik vind het interessant om met haar te praten. Ze spreekt over mijn grootste zorg: de broers en zussen van Guusje. Er is zo weinig bekend over rouw bij kinderen. Wat is de juiste aanpak? Een lastig te beantwoorden vraag. Het wordt me tijdens het gesprek wel weer duidelijk dat rouw een levenslang proces is. Deze dame mist haar zus. Ook na dertig jaar. Onze kinderen zullen net als deze dame hun zusje blijven missen en voor altijd meenemen in hun hart.