Dinsdag 30 oktober 2012

Het is middernacht geweest. Het begin van Guusjes sterfdag. Een jaar geleden wist ik het zeker. Ze zou gaan sterven. Waarschijnlijk nog dezelfde dag. Ik kijk naar de urn. Er staat een paarse kaars naast. Die is spontaan uitgegaan. Als ik even later langs haar foto loop, zeg ik: ‘Je vader gaat weer veel te laat slapen. Dat doet hij al een jaar. En dat komt door jou, lieve schat.’

We staan vroeg op. We ontbijten. Onze kinderen hebben verlof. Op school zijn is vandaag niet zinvol. Ik weet bijna zeker dat onze kinderen dan in gedachten bij Guusje zijn. Vorig jaar zaten ze bij hun zusje. Op haar verzoek waren ze erbij. Wachten op het einde. Wachten op de dood.



’s Ochtends blijven we thuis. Yvonne vervangt de paarse kaars door een grote witte. Deze hebben we afgelopen vrijdag van vrienden gekregen. We ontvangen bezoek. Onder andere Juf Ilse en enkele klasgenootjes. Ze schenken ons een mooie map. Daarin herinneringen aan Guusje. Ik vind het een fijne gedachte dat Guusje leeft in de hoofden van deze kinderen. Gisteravond bracht een vriendin een cadeautje voor Guusjes gedenktafel. Vanmorgen lagen er kaartjes met persoonlijke herinneringen en foto’s in de bus.

‘Ik mis Guusje en haar grapjes en het geritsel tussen haar spulletjes en haar vele gummetjes. Maar toch. Als ik aan haar denk word ik niet verdrietig omdat ze er niet meer is. Ik word juist blij want dan moet ik weer aan de leuke herinneringen met haar denken! Maar ze blijft in mijn hart. Ze zal voor altijd bij onze klas horen.’
- van een klasgenootje -

Maandag 29 oktober 2012

Ik heb al vroeg een afspraak op kantoor. Helaas is het druk op de weg. Ik heb niet het idee dat dit een productieve dag wordt. Een collega vraagt aan mij hoe het met me gaat. Ik wil mensen niet altijd belasten met mijn problemen. Daarom houd ik mijn gevoelens vaak voor mezelf. Vandaag heb ik daar geen trek in: ik zit niet goed in mijn vel. Iedereen mag het weten. Morgen is Guusjes sterfdag. 

Als ik thuiskom, zitten Yvonne en de kinderen aan tafel. Halverwege het avondeten. Ik schuif snel aan. Het is gezellig. Ik spreek de hoop uit dat het morgen minder hard regent dan vandaag. Liever een zonnetje. Yvonne wijst op het kastje achter mijn stoel. Als ik me omdraai, zie ik een stapeltje kaarten. Lieve mensen die met ons meeleven.

Zondag 28 oktober 2012

Onze oudste kinderen slapen graag uit. De wintertijd gaat in. De klok wordt een uur terug gezet. Hierdoor zitten we deze zondagochtend met alle kinderen aan het ontbijt. Het is gezellig. Loes begint over surprises maken. Over vijf weken is het bijna Sinterklaasavond. Lisa merkt op dat haar verjaardag eerst nog gevierd gaat worden. Ik prijs me gelukkig met zoveel gezelligheid om me heen. Zeker in deze dagen rondom Guusjes sterfdag.

Na het ontbijt lees ik een e-mail van een klasgenootje. Enkele zinnetjes uit de mail:

Ik moet steeds denken aan Guusje. Het is haast een jaar geleden! … Ik mis Guusje echt heel erg, en ik heb echt heel veel medelijden met jullie gezin. Mijn moeder zegt dat ik Guusje nooit mag vergeten, want Guusje en haar strijd, is een deel van mijn leven. Iedere keer als … vraagt: ‘Wat is een van je grootste belevenissen?’ dan antwoord ik meteen met het verhaal van Guusje. Ik ken de woorden die je in het crematorium zei nog!

Ik moet even slikken. Ik ben geraakt. Wat een lieve woorden van een jong meisje. De moed die ze toont om zomaar een mailtje te schrijven.

Zaterdag 27 oktober 2012

‘Wil je koffie?’
‘Graag.’
Ze komt terug met koffie.
‘Die zullen we eerst maar opdrinken. Dit zijn vast moeilijke dagen voor jullie.’
‘Elke dag zonder haar is moeilijk. Ik beleef deze dagen wel heel intens. Ik vergelijk het met 5 mei. Dat was de dag waarop artsen probeerden de tumor operatief te verwijderen. De dag dat we ons realiseerden dat Guusje nooit meer beter zou worden. Dit jaar herinnerde ik me op 5 mei bijna van uur tot uur wat ik een jaar eerder deed. Ik kon me bijvoorbeeld ineens herinneren wat Yvonne en ik aten nadat we Guusje terug hadden gezien op de intensive care. Ik verwacht dat het zo ook de komende dagen zal zijn. Heftige herinneringen komen boven.’
Even later zet ik mijn bril af en begint Nancy te knippen.

Weer thuis gaan Yvonne en ik opruimen. Het mocht geen feest heten gisteravond, maar het lijkt er wel op. De tafel staat vol met bloemen en cadeaus.

Vrijdag 26 oktober 2012

Enkele weken geleden dachten Yvonne en ik na over de sterfdag. Een eerste jaar zonder Guusje. We realiseerden ons dat we steun ontvangen van veel mensen. Vanaf de dag dat we kanker hoorden. Veel woorden van warmte en steun. Fijn om te ontvangen.

Er zijn ook familie en vrienden die ons gezin op bijzondere wijze hebben gesteund. Bijvoorbeeld onze buren die een week lang voor ons kookten. Zonder hun initiatief hadden we enkel brood gegeten tussen overlijden en uitvaart. Yvonne en ik voelden de behoefte om juist deze mensen te bedanken. We wisten alleen niet hoe. Ik had ooit gelezen dat men vroeger een jaar na het overlijden samen ging eten. Dit bracht ons op een idee. Een bedankavond voor deze bijzondere mensen. We maakten een uitnodiging. Meer dan een uur was ik bezig met de tekst. Wat schrijf je op zo’n kaart? Het is geen feest. Een hele avond vol tranen is ook niet de bedoeling. Het werd uiteindelijk een kaart met de volgende zin uit het boek.

“Liever met pijn in de rolstoel naar buiten dan thuis met pijn op de bank”

Ik schreef het op 30 augustus vorig jaar. Guusje had pijn. Ze wilde met mij naar de winkel. Leek mij geen goed idee. Ze bleef aandringen. Ik nam haar mee. Even later liepen we door de winkelstraat. Ik probeerde met gezellige praatjes voor afleiding te zorgen. Mensen keken naar ons. Een ziek meisje met pijn in een rolstoel. Een vrolijke papa erachter.

Donderdag 25 oktober 2012

Elke dag lees ik over een jaar geleden. Vandaag de laatste dag thuis. Kinderfeestje van Loes. Morgenmiddag naar de film en daarna naar het ziekenhuis. Helaas een nachtje blijven slapen. Het zal wel meevallen. Altijd weer dat positieve. Guusje zou pas op zondagavond weer thuis komen. Levenloos op de achterbank van mijn auto. Ik denk eraan op weg naar kantoor in Utrecht.

Woensdag 24 oktober 2012

De kinderen vroeg naar school. Daar houd ik van. Zeker als ik thuis werk. Onze jongens zijn het eerste lesuur vrij. Janneke de hele ochtend. Ik wil zo snel mogelijk alles opgeruimd hebben. Dan kan ik aan het werk. Zo schiet het niet op.

Op woensdagmiddag is Loes vrij. Vaak gaat ze bij een vriendin spelen. Deze middag gaat Loes eerst bij haar vriendin Maaike eten. Later worden de meisjes bij mij afgezet. De moeder van Maaike gaat werken. Ik neem de meisjes voor twee uurtjes mee naar de Efteling. Ook Maaike heeft een abonnement.

Dinsdag 23 oktober 2012

Een dag op kantoor. Ik zoek een rustige plaats om te werken, zodat ik weinig word gestoord. Toch wordt het ook vandaag weer laat. Als ik thuis ben, eet ik alleen. Yvonne gaat Loes ophalen bij tekenles. Ik vraag of ze even kan wachten, dan is mijn eten op en rijd ik even mee.

Bij tekenles lopen we naar binnen. Loes laat trots haar ingekleurde tekening zien. Sterren en raketten. In beide zitten mensen.

‘Wie zijn die sterren?’
‘Dit is Guusje.’
‘En wie zij die andere sterren?’
‘Er zijn meer mensen dood, papa.’
‘En ben jij er ook?’
‘Hieronder in die raket.’

Maandag 22 oktober 2012

Een lange werkdag. Eerst naar kantoor in Utrecht. Later naar een klant in Amsterdam. Ik heb geen tijd om e-mails te lezen. Wel zie ik veel positieve berichten voorbij komen over de uitzending van Hart van Nederland van gisteravond. Ik hoop dat KanjerGuusje bij nog meer mensen bekend wordt.

Rond 7 uur ben ik thuis. Snel een hapje eten. Dan door naar Waalwijk. Daar woont Marianne. Zij voert samen met Dorien, de penningmeester van de stichting, de administratie van KanjerGuusje. Vanavond vergadert het bestuur. Ik schuif aan als ambassadeur. Yvonne komt later.

Zondag 21 oktober 2012

De laatste dag van de herfstvakantie. Tijd voor familie. Bezoek aan mijn ouders. Een boswandeling met mijn jongste zus en haar man. Een middagje Efteling met Anton en Loes. Het is druk in het park. Er staan lange rijen bij de attracties. Zelfs bij de draaimolens. Ik ben gezellig voor de kinderen. Drinken in het restaurant en uitzoeken in de snoepwinkel. Dat is mijn buitenkant. Van binnen mis ik Guusje. In gedachten zie ik haar meedraaien in de zweefmolen.

Om 4 uur zijn we thuis. Het is druk op het werk. Daarom gaat vanmiddag toch nog even de laptop open. Na het avondeten schrijf ik kaartjes. Ik weet inmiddels hoe fijn het is om deze te ontvangen. In de aanloop naar Guusjes sterfdag valt er af en toe al een kaartje in de bus. Ik merk elke keer weer dat ik bewondering heb voor de lieve woorden die mensen ons toesturen.

Zaterdag 20 oktober 2012

De bel. Zo vroeg al. Ik trek mijn ochtendjas aan. Voordeur open. Een grote bos bloemen. Bezorgd met een vrolijke glimlach. Afzender is Lidy. Zij mailt regelmatig. Lidy is geen kind verloren. Zij weet me vaak te raken. Ik heb ooit gesteld dat alleen lotgenoten elkaar begrijpen en dat buitenstaanders enkel begrip kunnen tonen. Lidy laat mij zien dat er uitzonderingen zijn.

Vrijdag 19 oktober 2012

De rookmelder piept. Ik sta onder de douche. Vals alarm. Daar kom ik achter, als ik uit de badkamer stap. Deze rookmelder reageert op condens. Ik zie Yvonne op een verhoging staan. Ze kan net bij het knopje en schakelt de melder uit. Ze is niet blij. Deze vakantie heeft ze nog geen enkele keer uit kunnen slapen. Ook vandaag ben ik vroeg op. Ik heb twee afspraken.

De eerste ontmoeting is in Baarn. Margreet voert de boekhouding van de uitgeverij. Voor het eerst sinds de oprichting van Uitgeverij Pollux nemen we de financiële cijfers door. Margreet legt me uit hoe ik vanuit het boekhoudprogramma facturen kan maken. Deze heb ik nodig, als er gesigneerde exemplaren worden besteld.

Donderdag 18 oktober 2012

Er wordt aangebeld. Ik loop naar de deur.

‘Goedemorgen.’
‘Ook goedemorgen.’
‘Hebben jullie deze tijd afgesproken?’
‘Nee.’
‘Wie dan wel?’
‘Jullie redactie.’

Twee dames van het televisieprogramma ‘Hart van Nederland’ stappen binnen. Maaike gaat het interview afnemen. Julia draagt een grote camera. Ze komen opnamen maken voor de uitzending van zondag. Deze staat in het teken van Mohamed die de Marathon van New York gaat lopen. Hiermee zamelt hij geld in voor Stichting KanjerGuusje.

Woensdag 17 oktober 2012

Net zoals de afgelopen dagen ook vandaag weer een drukke dag. Overdag op kantoor in Utrecht. Onderweg naar huis voer ik telefoongesprekken. Voor mijn werk en voor lezingen die plaats zullen vinden in het voorjaar van 2013.

Vanavond ga ik een keer niet werken. Na het avondeten laat ik samen met Yvonne de hond uit. Heerlijk om buiten te zijn. We praten over omgaan met tegenslagen. Ik heb de ondertitel van mijn blog gewijzigd in:

‘Op de wind heb je geen invloed, wel op hoe je de zeilen zet.’

Dinsdag 16 oktober 2012

Een drukke werkdag. Na 6 uur thuis. Ook vanavond eet ik alleen. Het is lekker. Ik neem meer dan goed voor me is. Op de bank val ik in slaap. Als ik wakker word, kijken Loes en Anton naar de film ‘Shrek’. Ik heb deze film altijd maar met een half oog gezien. Al kijkend begrijp ik waarom deze film zo populair is. Wat een heerlijke humor.

Omdat er nog werk wacht, motiveer ik mezelf naar boven te gaan. Om 10 uur vind ik het mooi geweest. De werklaptop wordt gesloten. Beneden op de bank gaat de privélaptop open. Er zijn weer genoeg mailtjes om te beantwoorden. Sommige schuif ik door naar het einde van de week. Een aantal beantwoord ik meteen. Bijvoorbeeld een aanvraag voor een gastles. Deze wil ik graag tijdig inplannen.

Maandag 15 oktober 2012

Het is herfstvakantie. Ik besluit om half 8 op te staan. Om 8 uur schrik ik wakker. Snel aankleden en naar kantoor. Ik heb een volle agenda. De hele ochtend werk ik aan een presentatie.

Om 12 uur heb ik een afspraak met collega’s. Terwijl ik naar de ruimte loop waar zij op mij zitten te wachten, word ik gebeld. Ik kijk op het display. Een onbekend nummer. Als ik opneem, ben ik verrast. Een redacteur van een bekend televisieprogramma. Men wil een item maken over Mohamed Azarfane. Hij loopt op 4 november de Marathon van New York voor KanjerGuusje.

Zijn vriendin Maaike is verpleegkundige. Zij zag Guusje in het AMC. Onze dochter maakte indruk op haar. In november las Maaike in de krant dat Guusje ‘trending topic’ was geworden op Twitter. Ze schrok. Guusje was overleden. Toen Mohamed besloot om deel te nemen aan de Marathon van New York, raadde Maaike hem aan te lopen voor Stichting KanjerGuusje.

Zondag 14 oktober 2012

Eerst uitslapen. Daarna opruimen. Gisteren kochten we nieuwe hoezen voor onze banken. Vanaf vandaag staan ze er weer sprankelend rood bij. Yvonne gaat met Lisa naar Tilburg. Daar is Albert Heijn geopend. Ze halen ingrediënten voor chocolademousse. Toetje voor het avondeten. Ik blijf thuis. E-mails lezen en rekeningen betalen.

Tussen de e-mails een proefopname. De eerste bladzijden voorgelezen uit KanjerGuusje. Ik vind het lastig om mijn eigen stem te boordelen. Als Yvonne thuiskomt, vraag ik haar om even te luisteren. Ze weigert. Ze zegt dat ze vandaag al genoeg heeft gehuild. Ze mist onze dochter enorm.

Zaterdag 13 oktober 2012

‘Hoe is het?’
‘Ik heb slecht geslapen.’
‘Hoe komt het?’
‘Ik mis Guusje.’
‘Ik ook.’

Twee dagen voordat Guusje overleed, ontving ik een bericht via Twittter. Een privébericht dat luidde ‘en nu veel foto’s maken’. Ik was verrast. Ik had Guusje toestemming gegeven om te sterven en dan raadt iemand mij aan foto’s van haar te maken. Het bericht was afkomstig van een vader die zijn zoon aan kanker had verloren. Daarom nam ik zijn woorden serieus. Ik maakte rondom het overlijden van Guusje veel foto’s met mijn telefoon. Deze kijk ik nog vaak. De beelden zijn me dierbaar. Vooral de foto waarop ze net is overleden. Wat een rust. Wat een bevrijding.

Vrijdag 12 oktober 2012

Yvonne en ik zijn beiden thuis. We praten over onze kinderen. Langzaamaan laten we hen los. Een natuurlijk proces. Ik heb het idee dat het loslaten door Guusjes dood wordt versneld. Dat we verder af zijn komen te staan van onze kinderen. We tellen af richting sterfdag. Nog achttien dagen. Ouders willen hun kinderen beschermen. Maar ook andersom. Kinderen die zien dat hun ouders verdriet hebben, willen hun ouders vooral niet tot last zijn. Deze kinderen houden hun verdriet bij zich.

Ik denk dat onze kinderen het niet makkelijk hebben. Ik lees in het boek over deze dag een jaar geleden. We staan midden in het leven. Guusje wordt naar school gebracht. Ze blijft daar bijna de hele ochtend. ’s Middags bezoeken we een signeersessie van Paul van Loon. Guusje en Anton genieten zichtbaar. Aan het begin van de nacht zit ik met Guusje beneden. Ze kan niet slapen. We kijken samen naar filmpjes van The Wizarding World of Harry Potter. We zien hoe je in de winkel van Ollivander een eigen toverstok kunt kopen. Guusje zegt dat ze dit wil gaan doen. De toverstok wordt de kroon op haar wensreis. We zijn volop bezig met leven en nog geen drie weken later sterft ze. Plotseling zijn we haar kwijt. Ineens nemen ook de levens van onze andere kinderen een wending. Als het hun zus overkomt, kan het ook hen overkomen. De dood is ineens heel dichtbij.

Donderdag 11 oktober 2012

We staan naast het bed van Guusje en zingen ‘Lang zal ze leven’ voor Loes. Onze jongste dochter ligt in bed. Waarschijnlijk al een tijd op ons te wachten. Daarna gaan we naar het bed van papa en mama. Feliciteren en cadeautjes uitpakken. Loes wordt 9. Ze is ècht jarig.

Yvonne gaat vroeg de deur uit. Ik werk thuis. Samen met Loes loop ik naar school. Ik draag de traktaties. Als alle kinderen de lokalen binnengaan, loop ik de school in. Aan juf Ilse vraag ik hoe het met Loes gaat en hoe ik vrij voor haar kan vragen voor 30 oktober. We lopen samen naar de directeur. Hij is nieuw op deze school. Hij kent het verhaal van Guusje enkel uit gesprekken.

Woensdag 10 oktober 2012

Eerst naar kantoor. Daarna naar een klant. Tegen 6 uur ben ik thuis. We eten samen. De gesprekken gaan over school en over Guusjes sterfdag. Yvonne en ik hebben een idee hoe we invulling willen gaan geven aan 30 oktober.

Na het avondeten hebben Yvonne en ik veel te bespreken. We hebben elkaar de hele dag niet gezien. Yvonne vertelt over een collega die tien jaar geleden zijn zoon verloor. Zijn boodschap: het wordt niet minder.

Ik vertrek naar René. Vanavond gaan we voor de tweede keer de studio in. Voor het luisterboek spreek ik de eerste weken van het verhaal in. Terwijl ik lees, zie ik de beelden voor me. Soms voelt het zelfs alsof we weer samen door het ziekenhuis lopen. Ik stop met lezen na Pasen. René zegt: ‘En het ging net zo goed en dan toch weer niet.’ Hij bedoelt niet het voorlezen. Hij heeft het over Guusje.

Dinsdag 9 oktober 2012

Ik vertrek graag naar kantoor, als alle kinderen de deur uit zijn. Vandaag lukt dat niet. Ik wil vroeg beginnen. Helaas rijd ik onderweg een file in. Hoewel ik afgelopen jaar heb leren relativeren, word ik chagrijnig. Het lijkt wel of dit gevoel daarna maar niet weg wil gaan. Ook niet op het werk.

Als ik weer thuis ben, kom ik buiten op straat een kennis tegen die al op jonge leeftijd weduwe was. Ze vraagt hoe het met me gaat en we raken aan de praat. Ze vertelt over de vele lieve kaarten die ze jaren geleden ontving. Toch weet ze vaak niet wat ze op een condoleancekaart moet schrijven. Ik herken het. Graag willen reageren met mooie woorden. Dat lukt niet. Je wil het te goed doen. Mijn advies is niet lang nadenken. Schrijven wat in je opkomt. Dan komt het rechtstreeks uit je hart.

Maandag 8 oktober 2012

Ik bloed uit mijn kin. Een scheerfout. Het is maandagochtend. Het voelt als maandagochtend. Ik ben niet vooruit te branden. Ik drink twee koppen koffie voordat ik in mijn auto stap. Rustig rijd ik naar Utrecht. Na twee verkeersboetes krijgen ze mij niet meer te pakken.

Onderweg denk ik aan al die keren dat we naar het Emma Kinderziekenhuis AMC reden. Guusje op de achterbank. Vaak muziek van Guus Meeuwis op de radio. Nu is het stil. De radio staat uit. Het is al bijna een jaar geleden dat we voor de laatste keer met haar naar Amsterdam reden. Vaak lees ik dat opzien tegen de sterfdag erger is dan de dag zelf. Ik ga het meemaken. Nog tweeëntwintig dagen.

Zondag 7 oktober 2012

Ik lig wakker in mijn bed. Geen wekker op zondagochtend. Het is bijna 10 uur. Een mooie tijd om op te staan. Geroosterd brood en koffie bij het ontbijt. Met Yvonne spreek ik onze plannen voor vandaag door. De afgelopen dagen waren druk. Zeker de bijeenkomst van gisteren met ouders die ook een kind verloren aan kanker geeft stof tot nadenken. We verlangen beiden naar een rustdag. We blijven thuis. Toch hebben zowel Yvonne als ik een drukke ‘things to do’ lijst.

Na het ontbijt ga ik naar boven. In december verschijnt er in een veelgelezen weekblad een artikel over ons gezinsleven in het afgelopen jaar. Een redactrice heeft een opzet gemaakt. Ik werk het verder uit. Als ik klaar ben, leest Yvonne het eindresultaat. Ze concludeert dat er meer dan genoeg materiaal is voor een nieuw boek.

Zaterdag 6 oktober 2012

Het regent pijpenstelen. Ik rijd mijn auto voor het scoutinggebouw. Loes heeft er overnacht met haar groep. Ik haal haar eerder op. We gaan naar een middag georganiseerd door de Vereniging Ouders Kinderen en Kanker (VOKK). Speciaal voor ouders van een overleden kind. Onderweg naar huis vertelt ze enthousiast. Ze heeft weinig geslapen.

Alleen Loes gaat deze middag met Yvonne en mij mee. Anton gaat naar een bijeenkomst van de scouts. Hans kijkt film bij een vriend. Lisa gaat met een vriendin naar de Efteling. Janneke is scoutingleidster en heeft een overnachting met haar groep.

Vrijdag 5 oktober 2012

Yvonne en ik zijn beiden vrij. We gaan bij Margreet en Hans op bezoek. Zij helpt me bij het uitgeven van mijn boek KanjerGuusje. We praten over de lezingen die ik in de eerste maanden van het nieuwe jaar ga verzorgen. Onderwerpen die ter sprake zullen komen zijn rouw binnen het gezin en de kracht van social media. Laatst vroeg iemand of ik een motto heb. Ik voel me thuis bij:

op de wind heb je geen invloed
wel op hoe je de zeilen zet

We hebben het ook over een tweede boek dat ik wil gaan schrijven. De basis zal mijn blog zijn. Alleen ben ik er nog niet uit: non-fictie of fictie. Bij non-fictie blijf ik dicht bij mijn eigen levensverhaal. Bij fictie kan ik ervaringen van anderen makkelijker in mijn boek verwerken.

Donderdag 4 oktober 2012

Yvonne gaat de deur uit. Ik blijf thuis. Een dag niet werken. Loes vertrekt naar school. ‘Loop je mee, papa?’, vraagt ze. Ik kijk naar buiten. Het is hondenweer. En dat op dierendag. ‘Je zult het samen met je paraplu moeten doen’, antwoord ik.

Er zijn deze week een aantal bestellingen binnengekomen voor een gesigneerd exemplaar van KanjerGuusje. Vaak zijn het geschenken en word ik gevraagd om er een persoonlijke boodschap in te schrijven. Voor mij een cadeautje om dit te mogen doen. Als ik de boeken heb ingepakt, loop ik naar het postagentschap. Daar wordt verbouwd. Vandaag gesloten. Ik baal. Er zit een doosje bij dat morgen bezorgd dient te worden.

Woensdag 3 oktober 2012

Gisteravond laat wilde ik nog even kort een demonstratie voorbereiden voor vandaag. Mijn laptop startte niet goed op. Een McAfee probleem. Met het oog op de presentatie van vandaag zou ik vroeger heel boos zijn geworden. In alle staten. Tegenwoordig relativeer ik zulke problemen. Ik denk aan vorig jaar. Dat waren problemen. Dit is een uitdaging. Ik ben vroeg op kantoor. Twee collega’s helpen. Om 10 uur is alles opgelost. De klant komt binnen. De demonstratie verloopt vlekkeloos.

Dinsdag 2 oktober 2012

Al twee nachten word ik vaak wakker. Dat is geen gewoonte. Ik ga altijd laat naar bed, maar slapen kan ik als de beste. Het is druk op het werk. Al vroeg zit ik achter een bureau. De zon schijnt door de ramen in mijn gezicht. Het verkeer raast beneden over de A2.

Ik werk flink door. Slechts een uurtje onderbroken voor een kopje koffie met Heleen. Zij is de moeder van Thijs. Hij had de Ziekte van Tay-Sachs, een stofwisselingsziekte. Heleen schreef het boek ‘Thijs – En toen hield het lachen op …’. Een mooie titel. Een ontroerend verhaal. Hoewel Thijs overleed aan een andere ziekte dan Guusje, was er voor mij veel herkenning tijdens het lezen. Zo ook tijdens ons gesprek. Heleen maakt me duidelijk dat een langdurige ziekteperiode van je kind niet alleen een dreun is voor je geest, maar ook voor je lichaam. We ontmoeten elkaar met een hand. We nemen afscheid met een omhelzing. De afspraak is elkaar weer spoedig te zien, want het was een prettige ontmoeting. Het klinkt best vreemd: twee ouders van een overleden kind die gezellig hebben zitten babbelen.

Maandag 1 oktober 2012

Ik sta vroeg op. Om 9 uur mijn eerste afspraak in Utrecht. De hele dag ben ik druk. Om half 7 stap ik weer in de auto. Een uur later ben ik thuis. Eerst avondeten. Daarna Loes ophalen van toneel. Yvonne is vanavond niet thuis. Ik drink koffie, maak een praatje met de kinderen en ga verder met werken. 

Is werk nog wel zo belangrijk als vroeger? De afgelopen maanden las ik boeken over rouw. Vooral verhalen over ouders die een zoon of dochter verliezen. Vaak wordt na het overlijden van een kind aan het werk een andere invulling gegeven. Ouders veranderen van baan of van functie.

Zondag 30 september 2012

Nog een maand en dan is ze dood. Dat wist ik een jaar geleden niet. Ik kijk op mijn telefoon. Daarop staat de digitale versie van het boek KanjerGuusje. Ik lees over deze dag, een jaar geleden. Ik maakte me zorgen. Zou ze het volhouden? Niet dus.

We gaan vandaag naar een bijeenkomst van de Regenboogboom. Zij vieren hun twintig jarig bestaan. Via deze organisatie ontving Guusje vorig jaar een zogenaamd droomdekentje. Na het overlijden van hun zusje hebben Loes en Anton ook elk een eigen dekentje gekregen.